Het raadsel van het bewustzijn heeft al lange tijd veel mensen beziggehouden.
Ook hier wordt de Filosofie van het bewustzijn geïnspireerd door de Wetenschap van het Bewustzijn.
Identiteit
TODO....
Vrije wil
De definitie van Vrije Wil ligt eigenlijk niet helemaal vast. In de gangbare versie van het publiek is dat de Vrije Wil iets is waarvan je (via introspectie) denkt dat je die hebt. Als je op moment A denkt dat je een beslissing neemt, dan neemt diegene aan dat die keuze zowel onjectief als subjectief niet eerder vastligt of te voorspellen is. Het experiment van Benjamin Libet heeft aangetoond dat dit toch anders ligt. Tijdens de inleiding van het filosofisch festival op 27-4-2012 georganiseerd door de Radboud Universiteit Nijmegen heeft Marc Slors, hoorleraar cognitiefilosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, in een inleiding aangegeven dat zelfs al 10 seconden van tevoren al is te zien, dat over tien seconden de "keus" zal vallen. Het signaal is dan nog zo zwak dat i.v.m. ruis de kans dan nog 85% is dat de voorspelling klopt. Hoe minder van te voren hoe dichter bij 100% zekerheid. Als gevolg van dat experiment hebben veel neurofilosofen geconcludeerd dat de "Vrije Wil" niet bestaat, maar dat je hersenen dat voor "je" beslissen. Je bewustzijn loopt als een hondje achter baasje hersenen aan. volgens Marc Slors zijn er twee voorwaardes voor Vrije Wil: Er moeten keuzealternatieven bestaan en er moet sprake zijn van controle door het "ik". Het eerste begrip "keuzealternatieven" wat gerelateerd is aan het begrip "determinisme" is een kwestie voor de natuurkunde. Het tweede begrip "controle" heeft met cognitiefilosofie te maken. In de paper Neurowetenschap en vrije wil van Marc Slors staat dat doordat ook het "slimme onbewuste" en dus niet het bewustzijn keuzes kunnen maken, en het onbewuste onderdeel is van de (identiteit van een) persoon, dat de aanval op de vrije wil door het bewustzijn van een persoon, niet hetzelfde is dat die op de vrije wil van de persoon zelf (dus inclusief het slimme onbewuste).
Dat is het onderdeel van het bewust dat bewust is van qualia, binnen de filosofy of mind wordt er flink geworsteld het fenomenaal bewustzijn en qualia.
De hoofdstromingen zijn weer onder te verdelingen in sub-stromingen. De rolverdelingen bìnnen een hoofdstroming kan soms meer verschillen dan tussen de substromingen uit verschillende hoofdstromingen.
Het dualisme in de filosofie van de geest is een verzameling visies over de relatie tussen de menselijke geest en materie, die als uitgangspunt hebben dat de mentale verschijnselen, in bepaalde opzichten, immaterieel zijn. [bron Wikipedia]. Meer informatie binnen Wikipedia. Binnen het dualisme zijn er verschillende varianten, elk met een eigen rolverdeling tussen het lichaam en de ziel.
Binnen deze vorm van dualisme wordt veronderstelt dat de materie (lees: hersenen) de niet-materiële geest/ziel beïnvloed, maar ook andersom.
Het hoofdonderdeel van het substantiedualisme is de hypothese dat er een "ziel" bestaat. Het bovenstaande omschrijving is een zeer kort-door-de-bocht uitleg, later ga ik daar veel dieper op in, vooral het begrip "ziel" krijg dan een heel andere betekenis, eigenlijk zou het daarom een andere naam moeten krijgen: Metabewustzijn. Deze naam zal ik binnen de rest van de website ook gebruiken. Want het begrip "ziel" heeft bij veel mensen een menselijke betekenis, terwijl het Metabewustzijn juist niet-menselijk is.
Het eigenschapsdualisme neemt aan, dat als materie op de juiste wijze georganiseerd is (b.v. zoals levende menselijke lichamen zijn georganiseerd), dat mentale eigenschappen dan te voorschijn komen. [bron: Wikipedia].
Het epifenomenalisme is een soort eigenschapdualisme waarbij eenmaal ontstane mentale verschijnselen, qualia, verder niks veroorzaken op materieel vlak.
In tegenstelling tot het epifenomenalisme hebben mentale eigenschappen juist wel invloed op materieel vlak.
Het dualisme kan zeer divers zijn, sommige posities zitten ver van het materialisme af, anderen zitten er dicht op. Het verschil tussen twee dualistische posities D1 en D2 kan soms veel groter zijn dan tussen een bepaalde dualistisch postie D1 en een bepaalde monistische positie M1. Dit wordt vooral veroorzaakt door zogenaamde "parameters" die verderop worden besproken.
Strict genomen zijn er twee soorten monisme (hoofdvarianten): De meest algemene is de fysieke variant; het bewustzijn is van lichaamlijke oorsprong. De andere (nogal onbekende) variant is het tegendeel van een fysieke, dit is eigenlijk de andere helft van het dualisme, datgene wat bestaat is een "gedachte".
Binnen het monisme zijn alle rollen verdeeld over één object. Ook hier kan de totale verzameling van rollen verschillen.
Hierbij is vooral de "input" en "output" van belang. Het subject is een black box, dat gesloten blijft. Hierbij is Deze had in de jaren 60 (?) veel aanhang, maar vrij snel is de aanhang verschoven naar andere gebieden binnen het materialisme. zie meer op Wikipedia
Hierbij wordt er van uit gegaan is het mogelijk is om mentale eigenschappen c.q. qualia als elementen uit de "Volkspsychologie" (rood, koud of blij) te reduceren tot hersenactiviteiten. Deze positie is een vorm van reductionisme Meer uitleg binnen Wikipedia of als hoofdstuk in Wikipedia
zie Wikipedia
Hierbij wordt er van uit gegaan is het mogelijk is om mental states uit de Volkspsychologie te reduceren tot hersenactiviteiten, maar dit kan op heel veel verschillende manieren gebeuren. Hier gaat het vooral om het "hoe". Ik noem het White Box variant van het materialisme. Het gaat vooral wat daarbinnen afspeelt. Meer uitleg binnen Wikipedia of als hoofdstuk in Wikipedia
Hierbij wordt er niet van uit gegaan is het mogelijk is om mental states uit de "Folk psychology" te reduceren tot hersenactiviteiten. De Volkspsychologie is een theorie, dat in een aantal opzichten niet consistent is met de werkelijkheid van de werking van de hersenen. Deze inconsistentie laat zich vooral zijn bij abnormale situatie zoals bij hersenbeschadigingen. Meer uitleg binnen Wikipedia. of als hoofdstuk in Wikipedia
Er duiken hier en daar aanwijzingen op, waaruit blijkt dat de filosofische posities soms niet goed worden begrepen. Om mogelijke misverstanden uit de weg te ruimen, daarom dit hoofdstuk.
Sommigen leggen het dualisme uit als een theorie dat een "menselijke ziel" veronderstelt. Sommigen geven de "ziel" impliciet of expliciet de betekenis van een menselijke ziel (in tegenstelling tot de universele ziel), indien men reageert op het dualisme of de ziel. (Daarom wil ik liever spreken van het Metabewustzijn). Indien deze betekenisgave impliciet is, kan men dat toch afleiden n.a.v. een reactie hierop zoals dat "de ziel een misplaatste overschatting" is, wellicht is hier van uitgegaan van de "menselijke ziel". De "overschatting" is dat we denken dat het menselijk bewustzijn onkwetsbaar zou zijn, omdat hierachter de menselijke ziel achter zou zitten, hier wordt dus uitgegaan van de menselijke ziel in tegenstelling tot de universele ziel in combinatie met de menselijke hersenen. In de laatste betekenis (universele ziel in combinatie met de menselijke hersenen) is deze "misplaatste overschatting" naar mijn mening niet van toepassing, het erkent de kwetsbaarheid van het menselijk bewustzijn.
Er wordt vaak verondersteld dat het materialisme gevoelens en belevingen zouden ontkennen. Wanneer men het materialisme werkelijk bestudeert, zal men moet concluderen dat dit niet het geval is, gevoelens en belevingen worden wel degelijk aangenomen, qualia worden niet ontkend. Een specifieke vorm van deze positie is het filosofisch behaviourisme, deze ontkent geen gevoelens en belevingen, maar neemt ze ook niet aan. Gevoelens en belevingen worden binnen het filosofisch behaviourisme gewoon niet meegenomen, het subject is een Black Box. Er wordt weleens een link gelegt tussen het filosofisch "materialisme" en het maatschappelijk "materialisme". Ik begrijp deze link niet, deze twee begrippen hebben niks met elkaar te maken. Een filosofisch positie heeft niks met politiek af wat dan ook te maken.
Er bestaat niet één oorzaak voor dat geloof, voor ieder kan die varieren, zowel per persoon is tijdens de levensloop. Soms kunnen
meerdere oorzaken tegelijk meespelen.
Het meest aangedragen reden is de angst voor de dood en een ervaring als een Bijna Dood Ervaring (BDE).
De redenen zijn in te delen in twee categorieë: De bekende en minder bekende.
De meer bekende redenen zijn:
Ik zelf ben opgegroeid met het geloof in het hiernamaals en in een volledig ontastbaar menselijke ziel. Ik weet niet hoe dat is gekomen,
maar ik vermoed dat het te maken heeft met het Katholiek geloof in de jaren 70.
Later, ergens in de jaren tachtig werd bij ons de vraag gesteld hoe dat kan
dat gevoelens en ervaringen kunnen ontstaan (lees qualia) uit louter chemische processen in de hersenen.
Ik kan en kon niet aanvaarden dat chemische processen qualia kunnen aanmaken, aangezien chemische processen alleen maar chemische processen zijn en
op zich niets te maken hebben met qualia. Dus mijn al aanwezige geloof in de ziel werd alleen maar sterker. Ik dacht zelfs, dat als je goed in de hersenen kijkt,
dat er uiteindelijk een soort "zwart gat" is waar de hersensignalen naar toegaan.
Ik heb dan ook goed in verschillende boeken gekeken en gelezen (vooral over hersenen van Natuur en Techniek) omdat ik verwachtte dat daar het "zwarte gat"
gevonden zou worden. Tot mijn grote verbazing kon ik daar niks over vinden en er werd ook helemaal niet er naar gezocht en over gespeculeerd.
Het zijn alleen maar neuronen en andere cellen diep verborgen in de schedel. Dat kon niet, want deze signalen zitten helemaal anoniem en diep in de schedel,
waar niks en de ziel niet bij kunnen, hoe kunnen dan qualia ontstaan?
In de jaren 90 diverse discussies over het bewustzijn, qualia en de ziel. Ik blijk nu imiddels de enige dualist te zijn, met vele ontbeantwoorde vragen.
Maar toch is een geleidelijke kentering ontstaan over het bewustzijn. Naar aanleiding van een paar artikelen in de Trouw ben ik tot besef gekomen dat
de ziel helemaal niet menselijk hoeft te zijn, omdat de hersenen menselijk zijn. Maar het onstaan van qualia kan nog steeds niet louter materieel zijn,
ik was toen een epifenomenalist geworden, maar later een stapje terug, omdat het (pure) epifenomenalisme een basale contradictie in zich heeft. Ik ben meer
voor een gulden middenweg en houd niet van extremen. Vanaf begin jaren 90 vele boeken over hersenen en bewustzijn gelezen,
waarvan ik vanaf ca. 1996 in de literatuurlijst heb staan. Om goed open te kunnen blijven staan is het belangrijk om kalm en rustig te blijven
en alles stukje voor stukje in je op te nemen, en te beseffen dat niet alles zwart-wit is.
Het valt op dat de redenen in het geloof van de ziel vroeger en nu totaal disjunct zijn, ook het concept van de ziel is vroeger en nu is totaal verandert.
Er zijn nogal wat dualisten monist geworden, maar bij mij is dit niet gebeurd, juist door de zoektocht naar het ontstaan van qualia. Wat zou er gebeurd zijn
als de vraag (over hoe dat kan waarom chemische processen in de hersenen leiden tot ervaringen en gevoelens) niet was gesteld?
Er is veel onderzoek gedaan naar de oorzaak van bekende redenen van het geloof in dualisme en andere veronderstellingen van de ziel. De belangrijkste zijn:
Stel dat de ziel aangetoond is op een specifieke plaats en tijd, dan treedt inmiddelijk een tegenspraak op wanneer deze verderop is gekomen d.m.v. Kleine reïncarnatie. Of dit aantonen zou moeten leiden tot het "vastpinnen" van de ziel wat vermoedelijk fysiek onmogelijk is.
Het materialisme heeft veel potentieel in het verklaren van vele aspecten van het bewustzijn, naar mijn gevoel wel 90 tot 95%.
Het bewustzijn wordt anders en beter begrepen. Het eliminatief materialisme laat zien dan we moeten herbezinnen op begrippen uit de
"Volkspsychologie". Naar mijn mening laat het ook zien dat qualia niet zo atomair zijn als we op eerste gezicht zouden verwachten.
Het laat zien dat ons bewustzijn kwetsbaar, kneedbaar en niet feilloos is.
Psychische ziekten kunnen beter begrepen en behandeld worden. Het materialisme is van groot pragmatisch en praktisch belang.
Het zal nog veel vruchten geven.
Niet alles betreffende het bewustzijn zal verklaard kunnen worden door het materialisme. Bijvoorbeeld hoe kan dát qualia bestaan. Ook het steeds veranderende "nu" kan het materialisme niet verklaren. Dergelijke zaken behoren tot de 5 tot 10%. Ik noem ze ook wel de laatste puzzelstukjes.
Om deze puzzelstukjes, of een deel daarvan een plekje te geven, moet er nog verder verkend te worden. In mijn geval is dat een vorm van dualisme. Uiteraard dient alles zoveel mogelijk consistent te blijven met het materialisme in het bijzonder het eliminatief materialisme. Wanneer er tegenstrijdigheden ontstaan, is er op dat punt herbezinning nodig.
Het materialisme is verplichte kost: Om onnodige risico op dwaling te voorkomen, is het noodzakelijk dat om voldoende kennis en begrip te hebben van het materialisme, met name het eliminatief materialisme. Om iets te kunnen bouwen, is een stabiele stevige grond nodig. Meer dan men in eerste instantie zou verwachten, is te verklaren door het materialisme. Nog een beeldspraak: het materialisme is het skelet dat robuust, hard, en vormvast is, het dualistisch deel is het overige deel dat zacht, soepel, veranderlijk en meer ongrijpbaar is.
Het monisme en dualisme worden nog weleens voorgesteld als concurrenten, rivalen of zelfs vijanden die elkaar proberen te bestrijden. Op fora op Internet leidt dat regelmatig tot gekibbel en gezever. Enige debat, discussie en rivaliteit is altijd goed, maar wanneer men erin blijft hangen treedt stilstand op voor aanhangers van beide partijen. Een open mind, kennis en begrip van elkaars standpunten kan leiden tot inspiratie en groei van de eigen standpunten. Dit laatse is zeker gaande binnen de filosofie.
datum: 1 mei 2012
door: Joris Brouwer