Omdat het monisme zeer robuust doch incompleet is, zoek ik naar het model dat het monisme verder aanvult tot een model die de volgende vragen raakt:
In plaats van te kiezen tussen verschillende bestaande modellen (elk bestaand model op zich is naar mijn mening te problematisch, tenminste de modellen die ik ken), dat ik probeer iets te bedenken, waarin zoveel mogelijk open einden erin probeer te krijgen. Albert Einstein heeft twee ogenschijnlijke tegenstrijdigheden:
Wat hierna komt is het resultaat van het verenigen van twee ten dele tegenstrijdige gezichtspunten.
1. Property Dualisme, er is iets "van buiten" nodig dat hersensignalen omzet in Actuele qualia in het Eeuwige Nu.
2. Materialisme/Monisme, na veel wetenschappelijk onderzoek is het inmiddels heel duidelijk geworden dat er een mechanisme zit
achter het bewustzijn dat materialistisch van aard is.
Het resultaat wat eigenlijk een compromis is, noem ik het "Mondualisme".
Het mondualisme erft over" van twee bovenstaande modellen,
het Dualisme heeft twee objecten de Materiele wereld M en het subjectie wereld S, dat (enigzins) losstaat van M.
Het Monisme heeft één object: M, waar de rest zoals qualia afleidbaar van zijn.
De vereniging van twee verzamelingen {M} en {M,S} levert {M,S} op, wat dus een vorm van het Dualisme representeert.
Natuurlijk kan zowel het geheel van het Monisme en Dualisme niet samengevoegd worden omdat er dan per definitie tegenstrijdigheden zijn.
In elk van een dergelijk geval moet gekozen worden wat leidend wordt.
Dit uit zich in een bepaalde rolverdeling tussen het materiele en en niet-materiele.
Verder ben ik van mening dat qualia c.q. qualia veel dichter bij de hersenpatronen liggen dan bij verwoordbare mentale toestanden.
qualia zijn veel verfijnder en persoonlijker.
Het bevat "Mon" van Monisme, hierdoor bevat het Mondualisme een groot gehalte aan Materialisme. Hierna volgt "dualisme", omdat het resultaat Dualisme is.
Ook de volgorde van deze woorddelen is treffend, want dit dualisme heeft het monisme als één van de basisuitgangspunten.
Ik twijfel tussen het epifenomenalisme en (een lichte vorm van) het interactionalisch dualisme. De moeilijkheid van het epifenomenalisme is het je als persoon (hersenen) kennis krijgt van het feit dat subjectieve ervaringen bestaan, terwijl dat nou juist in tegenspraak is met het epifenomenalisme. Want binnen het epifenomenalisme wordt de "geest" be-invloed door de hersenen, maar niet andersom. Binnen het interactionele dualisme gebeurt dat laatste wel. Het toelaten van dat laatste geeft veel problemen binnen mijn model, het epifenomenalisme is veel eenvoudiger. Binnen het Monisme wordt het gedrag in elk geval gedefinieerd, waardoor de overdracht van informatie van subjectieve ervaringen richting het materiele niveau niet hoeft plaats te vinden en dus overbodig is.
Binnen veel vormen van Monisme worden subjectieve ervaringen erkend, echter ze verschillen in de relatie tussen materiele processen. (reductioneel materialisme/identiteitstheorie, functionalisme, eliminatief materialisme) Aangezien naar mijn mening subjectieve ervaringen afhankelijk zijn van hoe hersenen signalen verwerken, geef ik hierin de voorkeur aan het functionalisme boven de reductioneel materialisme/identiteitstheorie. Verder ben ik ook sterk van mening dat subjectieve ervaringen lang niet altijd 1 op 1 te mappen is op volkspsychologie, dit is vooral het geval bij hersenbeschadigingen en het grijze gebied tussen wakker zijn, slapen en (lucide) dromen.
Omdat heel veel aspecten van het bewustzijn als geheel (potentieel) te verklaren is binnen de wetenschap, is het verstandig zoveel mogelijk rollen van het bewustzijn (bij voorbaat) toe te schrijven aan de Materie. Bijkomend voordeel is dat het model groeipotentieel heeft door bevindingen uit de wetenschap. Wanneer een rol buiten de materie word geplaatst, dan zal het mechanisme achter de rol altijd een mysterie blijven, terwijl een materiële verklaring (potentieel) voor handen ligt. Het model moet zo min mogelijk de wetenschappelijke en filosofische vooruitgang belemmeren. Wanneer een fenomeen bij voorbaat wordt verklaard door iets metafysisch wat nooit empirisch te onderzoeken valt, zal men ook niet trachten om dat fenomeen ook de onderzoeken, dit werkt dus belemmerend.
Wanneer men iets wil verklaren, dan dient eerst gezocht te worden naar een materiele verklaring, daarna naar een niet-materiele verklaring.
Het laatste geval is thans van toepassing voor twee zaken: het "nu" (dit gaat "over" het materiele heen) en de qualia
(dit is niet uitsluitend te verklaren vanuit de materie, bovendien speelt het "nu" een sleutelrol).
Veel dualisten volgen deze methodiek echter niet. Het resultaat zijn begrippen als "astrale lichamen", die naar mijn mening overbodig zijn,
omdat het gevoel van een lichaam het gevolg is van hersenactiviteit, hoe echt deze ook lijkt. De ziel gaat dan als "kapstok" fungeren.
Ook wordt vermoedelijk het dualisme gebruikt als vlucht voor de wetenschap van het bewustzijn c.q. de natuurwetenschappen,
omdat deze ten onrechte van mening zijn dat het materialisme en wetenschap gevoelens en ervaringen ontkennen.
Dit is waarschijnlijk het gevolg van de persoonlijke ervaringen het filosofisch behaviorisme binnen de wetenschap
die halverwege de jaren 60 kortstondig opbloeide.
Velen onderschatten de bedriegelijkheid van de hersenen. Het is ook zeer menselijk om in de bedriegelijke valkuilen van de hersenen te stappen.
Wanneer men zich in het domein van het dualisme bevindt dient men zeer op te passen voor valkuilen, mijnen en spaghettimonsters.
Kennis van het materiele deel van het bewustzijn evenals de wetenschap van het bewustzijn en het materialisme is hierbij erg preventief.
Pas dan kan deze methodiek werkelijk gevolgd worden, uiteraard maakt ieder hierin zijn eigen keuzes,
omdat dit afhankelijk is van het persoonlijk beeld van de materiele werkelijkheid.
Velen zullen een monistisch positie kiezen bij het volgen van deze methodiek.
Binnen de filosofie bestaan al vele vormen van monisme en dualisme, elk met hun aanhangers. Zoals bovengenoemd kun je een model opbouwen uit onderdelen van bestaande modellen. Elk model heeft zijn voor- en nadelen. De vraag is dan ook of je meteen naar één model moet streven die dan overal voor moeten worden ingezet, ik denk van niet, zeker niet vanuit pragmatisch en praktisch oogpunt. Door de pluriformiteit ontstaan er interessante debatten en discussies tot verdere verdieping kan leiden. Ik denk dat voor de filosofie van lichaam en geest uiteindelijk het beste is dat meedere modellen naast elkaar bestaan. Met name een aantal vormen van Monisme zijn ommisbare voor een soepele voortgang van de filosofie en wetenschap. Het Monisme heeft geleid tot vele vruchtbare denkbeelden over het bewustzijn. Wanneer het Monisme niet bestaan zou hebben, dan zouden waarschijnlijk een aantal fenomenen een niet-materialistische verklaring hebben gekregen, daar waar een materialistische verklaring beter op zijn plaatst is geweest. Uiteindelijk geloof ik toch in een dualistische werkelijkheid, hierbij houd ik de ontwikkeling binnen het Monisme zoveel mogelijk in de gaten. Dit "Mondualisme" loopt achter het Monisme aan en laat zich daardoor inspireren, uiteraard aangevuld met dualistische eigenschappen.
Het belangrijkste fundament voor het dualisme is het niet-kunnen bestaan van qualia en het tegelijkertijd toch bestaan van qualia. Dit wordt ook wel door dualisten aangeduid als "The Hard Problem", deze naam vind ik zeer terecht, want het is inderdaad een "Hard" probleem, ik denk dat dit probleem zeer onderschat wordt! Verder kan naar mijn mening opgemerkt worden:
Alhoewel het mogelijk zou kunnen zijn, dat de lezer het gevoel krijgt dat de schrijver het materiele wel erg verlaten lijkt te zijn,
wil ik benadrukken dat het nog altijd zo is dat ons denken, persoonlijkheid etcetera altijd wordt bepaald door de hersenen!
Wij zijn onze hersenen!
Matter does matter!
Doch het "hier-nu" zit altijd ergens ín de hersenen.
Dat "hier-nu" is nodig, want welke hersenensignalen moet anders tot qualia worden omgezet?
Ik heb eerder uitgelegd doordat ons denken gebaseerd is op emergente natuurwetten, begrippen uit de fundamentele natuurwetten kan leiden tot cognitieve dissociatie.
Dit geldt ook voor het metabewustzijn, waarvan de plaats en tijd volledig en fundamenteel onbepaald is. Ook dit zal via cognitieve dissociate leiden tot afwijzing via het Absurditeitsargument.
Want in ons wereldbeeld heeft alles een plaats en tijd.
Omdat ik geloof dat het metabewustzijn op hetzelfde niveau is ontstaan als fundamentele en krachten, zal ook het hier-nu elementen bevatten van fundamentele natuurwteen zoals bij elementaire deeltjes.
Het grote verschil van het metabewustzijn is, dat de positie van de plaats en tijd behoorlijk onbepaald is, in tegenstelling tot de elementaire deeltjes waarvan de plaats en tijd redelijk bepaald is.
Deze elementen van het metabewustzijn zal dan ook door velen afgewezen worden op basis van van het Absurditeits Argument.
Voortaan zal met het begrip "Actueel Qualia" of kortweg "Qualia" bedoeld worden: het resultaat wat onstaan wanneer (1) het Metabewustzijn en (2) de hersensignalen elkaar ontmoeten. Omdat één van deze twee buiten de gewone materiële wereld vallen en metadynamisch is, valt het resultaat hierdoor ook buiten de materiele wereld.
Gedeeltelijk reduceerbaar, gedeeltelijk omdat er altijd wat onzekerheid is hoe het metabewustzijn deze hersensignalen zal omzetten, bij herhaaldelijk omzetten op verschillende manieren, raakt de "Potentiele qualia" ongedefinieerd. Indien Potentiële qualia wel consistent zijn, dan zijn ze te reduceren, waarbij zowel het metabewustzijn als de materi&eluml;le wereld in beschouwing wordt genomen. Indien Potentiële qualia ongedefinieerd zijn, dan moeten ze geëlimineerd worden. Veilig en nuttig is om ze te elimineren.
datum: 1 mei 2012
door: Joris Brouwer