Door: Joris Jan Brouwer
Anno 22-6-2020 - 8-7-2020
Aan de rand van het smalle bos, stond een oude en enigzins vervallen of beter: versleten villa. Naast de smalle weg, liep een grinden oprijlaantje, welke iets omhoog ging langs de voordeur en vervolgens weer met een flauw bocht naar de weg. Daar verderop begon weer opnieuw zo'n oprijlaan, maar die was bedoeld voor de oude en enigzins vervallen begraafplaats, omringd door een deels afgebrokkelde muur. Die oprij laan liep langs een hoge roestige smeedijzeren toegangspoort.
Naast de lange smalle weg was er slechts nog één verbinding tussen de villabewoners en de begraafplaats, bovengronds bekeken tenminste.
De bewoners maakten onderdeel uit van een grotere familie, in feite waren ze nog onderdeel van hen, maar vanwege ruzies op het gebied van bezit en geld, waren ze uitelkaar gedreven, waarbij er stevige onderlinge verwijten waren van leugens, verraad en laffe diefstal. Door de tand des tijds hadden zij één voor één het tijdelijke voor het eeuwige moesten inwisselen, en waren bespottelijk genoeg allemaal begraven "als buren" hiernaast. Tot op heden toe heeft geen enkele villa bewoner nooit 1 stap gezet binnen de muren.
Niemand wist echter dat er toch nog een extra verborgen verbinding lag naar hen die het meest gehaat waren.
"Signa, kom nou eindelijk eens naar beneden! Het eten koelt af!"
"Ja, ja, ik kom al". En de stekker van de soldeerbout gaat er na lange tijd eruit. Overal op het bureau liggen draadjes, weerstanden, condensatoren en enkele transistors. Een aantal onderdelen hebben elkaar gevonden via diverse verbindingen op een half gevulde printplaat. In het stopcontact is een 9 volts adaptor ingeprikt en ook is er alvast een draad van de printplaat aangelegd naar de aardklem van het stopcontact.
Pa, Ma en Maaike hebben hun bord reeds opgeschept. Deze keer op huid gebakken zeebaars, met gekookte aardappelen en winterpeen. Bij nader inzien heeft Signa toch veel trek en schept zijn bord goed op.
Pa kijkt voor zich uit naar het oneindige, lijkt het. "Rumer, laat het toch rusten! Zij zijn toch al lang dood!"
"Wat een laffe verzameling snoodsaard! Alles achter onze rug bekokstoven! Wat een tuig van de bovenste richel!"
"Ja, ja, dat is ook zo, maar dat is nu wel voorbij. Ze zijn niet meer..."
Het is nu Maaike die naar het "oneindige" kijkt, ze zwijgt.
Signa hoort het allemaal aan, maar inmiddels is de haat ook op hem overgeslagen. Enkele dagen geleden heeft hij gedroomd, dat ze er weer waren. En hij heeft hen allemaal met op grote geladen hoogspannings supercondensatoren aangesloten draden op hen gegooid, zodat ze gillend, schokkend en daarna kreunend de grond inzakken, totdat bovengronds er niks meer van te zien is.
Hij snijdt de kop van de zeebaars eraf, die hem met grote ogen aankijkt. Om vervolgens de gefileerde delen te eten. Het smaakt verrukkelijk! Zeker met zout, peper en citroengraspoeder erover.
"Smaakt het schat? Ik zie dat je geniet."
En het wordt behagelijk stil aan tafel.
Het was opgehouden met zachtjes regenen. Nu vielen veel dikke druppels naar beneden. Een regenworm werd geraakt door een vette druppel en baande zich een weg de vochtige grond in, dieper en dieper totdat de snuit botste tegen het vermolmde hout van een grafkist.
"Bliepbliep"!
De wekker wijst 10 uur aan! " Yes! Het is weekend!" roept Signa. Vandaag gaat hij de schakeling afmaken en testen! Hij heeft net een oude transistorradio gekregen van zijn klasgenoot en gaat er dankbaar gebruik van maken, want deze heeft teminste nog een middengolfbereik.
Nog vlug een ontbijt eten en dan....
Het is mooi weer geworden buiten, de koufront was deze nacht naar het oosten weggetrokken.
"Zullen we vandaag een flinke wandeling maken in de duinen?" Dat heeft Signa liever niet willen horen, want hij weet nu precies welke onderdelen waar in de printplaat zullen passen, alleen maar nog even vastsolderen.
"Ik heb eigenlijk niet zo'n zin".
"Ach toe! Het is juist zo'n mooi weer! Morgen komen er weer buien aan, en dan kan het niet meer"
"Ok, maar dan blijven we morgen thuis?"
"Ja, dat beloof ik".
Het was een vermoeiende maar enerverende wandeling. Die dag werd helemaal niet over vroeger gesproken, wat vrij uniek was. Wellicht doordat deze wandeling veel afleiding te bieden had. Er waren drakenvliegers, ze hadden ze van dichtbij gezien en zelfs mee gesproken. Er was gunstige wind voor het drakenvliegen; een stabiele en stevige bries uit het westen.
Zaterdagavond vrij vroeg naar bed, en Signa viel als een blok in slaap.
Onder een droge korst aarde lag veel vocht van de vorige nachte nacht. Na veel sappig aarde ineens wat metalige en roestige indrukken op de snuit van de regenworm. Dit volgt het pad naar beneden, heel subtiel een klein potentiaalverschilletje, als van een omgekeerde antenne, op weg naar het oneindige.
Maaike had vreemd gedroomd, ze had vaker deze droom gehad: Ze stond voor een soort brede paal, deze paal bestond uit talloze kleine vierkante mozaikstukjes, ze zijn allemaal rood/bruin/oranje van kleur, met aan elke kant een inham. De binnenkant van deze inham bestonden uit Cyane vierkante mozaikblokjes. De "gang" van beide inhammen gaan achter de paal langs. Ze steekt haar beide handen er in, maar haar handen "treffen" elkaar niet, terwijl dat echt zou moeten! Het is een vreemde en enge ervaring. Het lijken verschillende ruimtes te zijn!
Ze heeft van haar vriendin een leuke "opdracht" gekregen en een smalle papieren strook van 10 centimeter lang. Met Pritt moet ze de uiteinden van de strook van ongeveer 1 centimeter aan elkaar plakken, maar niet voordat ze één uiteinde een halve slag heeft gedraaid. Het is een vreemde wat lelijke "ring" geworden. Ze fantaseert dat er een mier overheen loopt en over de hele lengte door loopt, dan komt de mier weer langs de plakrand langs, maar wel aan de andere kant van de ring! Tenslotte moet ze in het midden van de strook langs de lengte richting helemaal doorknippen, langs de hele ring. Dan gebeurt iets onverwachts! Nu is de ring ineens veel langer geworden! Ze mat de hele lengte op in delen, en in totaal 18,4 centimeter lang! Hoe kan dat? De strook was 10 centimeter lang! Leven wij ook aan één zijde van de werkelijkheid, of kunnen we ook aan de andere kant komen? Die gedachte raakt haar niet meer los.
Buiten regent het flink, af een toe een flits en gerommel buiten vanuit het zuiden.
Als sluitstuk wordt de driepotige kleine zwarte "tor" aan gesloten, deze krijgen drie warme "voetjes" die nu verbonden zijn geworden met een weerstand van 470 kiloohm en een elko van 10 microfarad. De emitter van die transistor wordt verbonden met een netwerkje op de printplaat, waar uiteindelijk ook de geaarde draad is verbonden. De tor, de zwarte transistor, is het kloppend hart die het uitvoerende werk doet.
Hij verwisselt de stekker van de soldeerbout met die van de adaptor. En zet ook de radio aan. Er klinkt veel geruis door de radio. Signa draait aan de afstemknop en na enkele franstalige zenders valt het geluid langzaam stil.
"Mooi! Geweldig!" Hij haast zich naar de microfoon en sluit hem aan op de vrouwelijk stekker die verbonden is met de werkende printplaat.
Ineens heel hard en hoog gegil! Vlug draait hij de volume zachter. Het geluid zingde rond.
Hij praat door de microfoon en een schorre stem klink door de luidspreker van de oude transistorradio. "Yes! Hello World! Hello Earth!"
Dan buiten flink geflits! En tegelijkertijd een scherp gekraak door de luidspekers! Na een enkele seconde een harde krakende boem! Hij schikt ervan, maar alles werkt gelukkig nog.
De zender is in 1 keer gelukt, meestal ging er altijd iets fout. Altijd wel een uiteinde vergeten te vastsolderen en soms ook (vaak onschuldige) kortsluiting in de printplaat. Het was dan altijd lang zoeken, 1 keer duurde het zelfs wel twee dagen.
Aan het plafond heeft hij een 5 meter lange draad hangen die het middengolf signaal van ongeveer 1300 kilohertz uitzendt en de rest is aangesloten aan de randaarde. Op die wijze "pompt" de printplaat meer dan een miljoen keer per seconde een beetje lading tussen de antenne en de aarde.
Het signaal is nu wel zwak, maar goed genoeg. Later wil hij dit nog eens versterken zodat het signaal vele kilometers zal uitstrekken.
Nog een flits en gekraak. Daarna pas zachtjes gedonder.
De Gewone Pad kruipt uit zijn hol, en springt op een glad en nat oppervlak. Het is marmer met daarop de tekst: "K.G.Huyghe * 1905 + 1978 Rust Zacht" en springt weer op de mosachtige aarde.
Opnieuw stond ze weer voor exact dezelfde paal met de twee inhammen, deze keer kwam er wat wind uit beide inhammen. Ze heeft een klein spiegeltje bij haar. Ze dacht aan de mogelijkheid om het spiegeltje in een inham te steken, zodat ze erachter kon kijken. Deze gedachte maakte haar enorm bang. Ze heeft het gevoel dat ze dit niet "mocht" doen, dat ze niet mocht zien wat er achter verborgen lag. Toch hield ze het spiegeltje achter in de inham en keek in het spiegeltje: Ineens ziet ze heel even een soort katachtige blik haar recht aankijken! Ze schrikt en laat het spiegeltje vallen! Dan raakt ze versteend en kan zich niet bewegen, ze wil schreeuwen maar er komt geen geluid uit haar keel. Dan ziet ze weer haar eigen slaapkamer en ze hoorde haar eigen zachte kreun. Haar hart bonst hard. De rest van de nachte durfde ze niet te slapen, maar ze heeft het laatste halfuurtje gewoon toch een fijne droom gehad.
De dag erop moet Signa weer naar school, hij verheugt zich vooral op natuurkunde. De leraar zei eens dat de Natuur veel geheimen bevat en binnen de natuurkunde worden steeds meer geheimen onthuld. "... maar er blijven altijd wel geheimen over die we nooit zullen kunnen ontdekken." De werkelijkheid kent geen bodem, maar gaat altijd oneindig diep door.
De les ging deze keer over magnetische inductie, dat was niets nieuws voor Signa, hij weet er meer van, dan wat in de les wordt behandeld. Elke elektrische stroom wordt altijd omringd door magnetische velden, en vice verca.
Trots vertelt hij dat hij een zender heeft gemaakt en dat hij later een keer te beluisteren is op rond 1300 kilohertz. Velen geloofde hem, maar enkelen niet: "Ja, en waar staat jou studiogebouw dan?"
Deze keer een schaal met Hete Bliksem op tafel, het dampt nu flink na. "Niet met de vingers aan de schaal zitten, het is erg heet!", waarschuwt Frieda.
Ook "Het Spook van het Verleden" heeft weer plaats genomen aan de tafel.
Rumer is weer boos en verontwaardigd. Allerhande details en verwijten komen weer opnieuw naar boven. Frieda en Signa horen het weer zwijgend aan. "Zo! En nou het toetje dan, en zullen we daar nu eens van genieten? Wij hebben het toch goed nou? Wat willen we nou nog meer? Genoeg geld, we kunnen al het eten kopen wat we maar blieven!"
Dan zegt Maaike, terwijl ze naar het oneindige kijkt: "Het lijkt wel alsof ze nog steeds leven."
"Waarom zeg je dat, Maaike?", vraagt Frieda. "Waarom is Rumer dan nog steeds boos?" is haar tegenvraag. Daarop weet Frieda niks op te zeggen.
De sfeer blijft echter drukkend, zoals vaker. Voor Signa een lichte stimulans om de zender te gaan gebruiken.
Deze keer geen onweer, het is een heldere nacht. De volle maan schijnt vlak boven de horizon aan het oosten, aan de overkant van de weg, waar een kale akker zich uitstrekt. De maan ziet er heel groot uit, veel groter dan een eenzame boom aan de andere kant van de akker.
Hij schakelt de radio en de zender aan. Deze keer was een zwakke zender met frivole muziek te horen: Tiedeledie Hoem Hoem. Net hoorbaar boven het krakerige ruis.
Deze valt echter in het niet met de schorre stem van zijn zender. Hij "verwelkomt" de wereld en vertelt allerlei grapjes en koetjes en kalfjes. Dan over het lekkere eten en kan uiteindelijk niet voorkomen dat hij zijn frustaties over zijn "andere" familie ging verwoorden, met verwijten toenaam en al. Maar het lucht wel op! Bovendien kunnen ze het toch niet meer horen, ze zijn immers niet meer.
De pad, die weer in de hol is gekropen, wordt met een nachtschok wakker. Hij draait wat rond en valt uiteindelijk weer in slaap.
De regenworm graaf onrustig door de natte grond, kan de "rust" maar niet vinden. Maar na een tijd heeft de worm de rust toch ineens weer gevonden.
Opnieuw heeft Maaike een nachtmerrie gehad, deze keer waren de inhammen donker en er kwam hete lucht uit. In de diepere delen kwam gloeiend rood schijnsel uit! Gevaar! Dan wil ze weglopen, maar haar benen willen niet bewegen. Dan schrikt ze wakker.
Op het schoolplein hollen een paar jongens naar Signa toe. "Zie je wel, je liegt dat je barst! We hoorden niks bij 1300 kilohertz". Maar deze jongens wonen meer dan drie kilometer verder op. "Dat komt later nog wel!"
De wiskundeles ging over Graven en specifiek over bevindingen tussen punten binnen een graaf. Ook wiskunde is Signa's lievelingsvak, hij haalt altijd wel meer dan een 9.
De avond is drukkend, niet zo zeer vanwege de herinneringen, maar het is meer een onbestemd gevoel alsof dat van "buiten" of "ondergronds" komt. Aan tafel wordt niet veel gepraat, af een toe een half mislukt grapje ter afleiding. Signa gaat naar zijn zender, hij pakte de printplaat om hem goed te leggen, maar voelt ineens een "wind" dwars door zijn hand gaan. Hij wil grijpen naar de adaptor om deze uit de stopcontact te halen, maar.... de adaptor zit er niet eens in. Ook de radio is uit. Hij snapt er niks van, waar komt die electriteit toch vandaan? Dan haalt hij ook de aarde draad er van af, dat was nog de enige verbinding.
Hij gaat naar beneden en samen journaal kijken. Het begon met een naar bericht dat er in turkije een zware aardbeving is geweest. Veel daklozen en enkele doden. Ook veel vermisten. Daarna een explosie bij een verdeelstation nabij Doetinchem. Dat was honderden kilometers ver weg, dus dat heeft er niks mee te maken hield hij zich voor. Electriciteit is een gevaarlijk goedje, je kunt er nooit voorzichtig genoeg mee omgaan. Hij houdt de zender voor gezien, nu hij een stroomstoot heeft gehad.
De pad besluit om ergens anders heen te gaan, het "voelt" niet goed op deze plaats. Het "klopt" niet.
De regenworm probeert zich klein te maken en iets te rusten, dit is beslist niet de aarde om van te genieten en te graven, zoals het voorheen wel was. Een behoorlijk aantal mieren komen omhoog en lopen van de stenen vandaan.
Frieda kan de slaap niet vatten. Hoe ze ook ligt, ze voelt een soort "wind" uit de muur langs haar strijken. Dan, uiteindelijk, stoot ze tegen Rumer aan. "Wakker worden!" Hij kreunt en draait zich om en slaapt verder. Dan nog eens. "Wat? Wat is er?" "Rumor, het tocht hier, ik kan hierdoor geen oog dicht doen." "Maar het is buiten windstil en helemaal niet koud, en de raam staat aan mijn kant ook." "Zullen we onze bed toch maar van de muur verplaatsen?" " Ok, als je dat nodig hebt om te kunnen slapen."
Frieda is maar net opgestaan en hoort constant gesis uit de muur vlak bij haar oor. "Er komt iets uit de muur! Er komt ook een vreemde geur af!" "Morgen ga ik er wel naar kijken, schat. Het is misschien de isolatie." Nadat de tweepersoons bed is verschoven, vallen ze alsnog in een diepe slaap.
Zoals vrijwel elke nacht moet Maaike altijd wel een keer naar de WC. Op automatische piloot weet ze de weg door de duisternis. Vlak voordat ze het licht aandoet van het kleine kamertje, ziet ze boven aan de bovenkant van de muur, een puntvormig blauw-violet schijnsel. Het sist een beetje. Gebiologeerd staat ze er naar te staren. Wanneer ze dan uiteindelijk het licht aandoet, ziet ze daar een metalen kroontje met drie kale vertinde draden er aan vast. Deze draden "duiken" op verschillende plekken de muur in. Al die honderden keren dat ze naar het toilet ging heeft ze het altijd over het hoofd gezien. Dan volgt ze weer het normale automatische patroon.
Tijdens het ontbijt zijn de nachtelijke ervaringen vergeten als ware het vergeten dromen. Het komt er dan ook niet van dat Rumer naar de muur naast het bed gaat kijken. Men is druk bezig met de waan van de dag. In de ochtenden is dus nooit plek voor zaken uit het verleden. Maaike verwacht een overhoring van Engelse woorden uit paragraaf 8 van hoofdstuk 3. Ze verwacht wel minimaal een 8 te gaan halen.
Getrokken door lichte heimwee keert de pad langzaam weer terug naar de plek met horizontale en vertikale gladde stenen. De regenworm graaft er weer luchtig op los door de sappige aarde, het metalige roestachtige deel wordt echter wel gemeden.
Na een aantal gewone dagen en nachten, durft Signa weer met zijn zender bezig te zijn, nadat hij de voltages voor de zekerheid heeft gemeten, alle aansluitingen hebben een lage spanning; het is veilig.
Jammer genoeg komt het oud zeer bij Rumer ook weer terug, alsof het een veenbrand is, die nu boven de grond opduikt, nadat die de eerdere dagen stilletjes diep in de aarde aan het smeulen is geweest. Na weer zo'n avond, moet Signa het ook weer kwijt aan de "luisteraars" via zijn zender. Hij vervloekt die afgescheiden familieleden, waarvan hij niet eens weet hoe ze er eigenlijk uit zagen. Hij verwijt ze alle pijn die ze zijn ouders en vooral Rumer hebben aangedaan. "Laffe schoften! Mogen jullie branden in de hel!" Zo dat lucht op!
"Signa! De documentaire komt bijna op TV!"
Hij trekt de stekker eruit en doet de radio uit. Hij holt naar beneden. Iedereen heeft al plaats genomen op de banken. De intro van de documantaire over vulkanen van Vanuatu. Het is een eilandengroep ten oost-noordoosten van Australië. Zonder de vulkanen meegerekend is het al een prachtig gebied! Daarna prachtige beelden van oranje-rode "fontijnen", stromend en pruttende gloeiende lava, geweldig! Langzamerhand wordt het beeld van de TV slechter, er is veel "sneeuw" in het beeld, ook klinkt er ruis door het geluid van de TV. Zowel het beeld als geluid wordt steeds slechter, het ruis is op gegeven moment harder dan de enthousiaste stem van de reporter, en het beeld vervalt regelmatig in zwart-wit, de lava is bijna niet meer te zien. Rumer kijkt naar buiten, maar de schemering ligt er vredig bij; platte kalme wolken die beschenen wordt door de oranje ondergaande zon. "Grmbl! Ik ga morgen maar naar de kabelmaatschappij bellen. Dit is echt heel slecht!" Dan rent Sigma naar boven. Maar de stekker van de adaptor ligt er al uit. Hij durft de zender niet meer aan te raken, het klopt niet.
Uiteindelijk ziet iedereen om de tafel aan het toepen. Veel lol en vermaak. Op het stille moment dat Maaike aan het denken was of zij wel/niet ging overtoepen, hoort zij weer het gesis, zoals ze toen ook hoorde bij de WC. Ze keek hoger van waar het geluid vandaan lijkt te komen en staart er naar. "Kom Maaike, wat wil je nou?" klonk de ongeduldige stem van Rumer. "Sst, luister, wat is dat voor gesis?" En ze wijst schuin naar boven. Anderen kijken naar het punt wat zij aanwees. "Ik hoor het ook", zei Signa. "Ik zie niks daar.", zei Frieda, en haalde haar schouders op. Dan doet Maaike het licht uit. "Zie je wel, ik zag dit ook op de WC toen!". En iedereen zag het de spitse blauw-violette "vlam". "Dat is net Sint-Helmusvuur", zei Rumer, "Dat zie je wel eens vlak voor dat het gaat onweren, de scheepslieden zagen dat aan de uiteinden van de masten. Dat is geen echt vuur maar heel veel miniscule vonkjes, dat komt door...". En toen zweeg Rumer. En riep dan: "Dat is hoogspanning! Alsjeblief daar uit de buurt blijven! Straks springt er een gevaarlijke vonk over!". Maaike doet het licht weer aan. Precies op die plek, steekt er een "hoekje" uit, maar is verder net zo wit als de rest van de muur. "Dat is goed mis! Ik laat de electricien er morgen naar kijken.
Wederom vlucht neemt de pad het hazenpad. Spijt dat hij teruggekomen was. Hij wil ver weg van de plek, en maakt nog vele honderden meters. Helaas voor de regenworm kan hij niet weg, de aarde voelt naar en maakt ook een doffe pijn. Hij maakt van zijn lange lijf meer een bolletje, dat is beter uit te houden zo.
Nog vlak voor de eerste hap van de boterham, klikt "ring! Ring!". De deurbel. Een man met een donkere stoppelbaard staat voor de deur. De electricien. Hij heeft een zware bril met een zware en donkere montuur op. Rumer doet open, "Kom binnen!" "U wilde iets onderzoeken, toch?" "Ja, inderdaad. Het is gevaarlijk want, ..." Er volgt een lang en beeldend verhaal. "Maar pas op, daar staat hoge spanning op, en wijst naar de "hoek" van de muur. Hij loopt naar de auto en haalt een instrument erbij. Hij houdt met een electrode die aan een dikke draad verbonden was met een kubusvormig zwart kastje tegen het hoekje uit de muur aan. "Hmm! Geen hoge spanning." Met een vijl haalt hij de kalk ervan af. Het ging gemakkelijk, het brokkelt snel af en valt op en naast de plint. Het hoekje glimt. Uiteindelijk is een stukje kaal draad dat in een klemmetje zit, niets meer dan dat. "Dat is de aardleiding, daar kan nooit stroom op staan.... tenzij de aardaansluiting niet goed is. ....Misschien is het hele huis niet eens geaard! Dat zou dan een levensgevaarlijke situatie zijn. De aarde: daar mag je toch op kunnen vertrouwen?! En het lijkt er nu op dat je juist daar niet op kan vertrouwen! Al die kale leidingen gaan dwars door muren, van dit bouwjaar tenmiste. Ik zou van metaal niks aanraken, en de muren sowieso ook niet."
"Please! Doe er iets aan!", smeekt Rumer.
"Ik ga naar de meterkast om de aardaansluiting te controleren." Meerdere apparaten haalt hij erbij en installeert dit bij de meterkast erbij, en is geconcentreerd bezig om alles in de stellen, af en toe klikt er een hoog piepje, zoals die klinkt van een LCD-computerspelletje. Gemompel en tenslotte en diepe zucht. "Ik weet zeker dat de aarding goed is, je moet je vergissen. Vergeet mijn woorden, dat het in huis onveilig is.", zegt hij tegen Rumer. "Ja, maar..." roept Maaike nog naar de man die zijn spullen naar de auto bracht. Niemand weet nog iets te zeggen, behalve "gedag" tijdens het handen schudden. "Ik kan niks meer betekenen. Veel succes!".
De pad heeft zijn plek gevonden ver van de stenen. De regenworm heeft een redelijke dag gehad, maar deze keer is het erger dan ooit. Overal een doffe pijn. De aarde put hem uit. Naast een zware marmeren staan loopt een lange stoet zwarte mieren uit een gat omhoog, de stroom mieren lijkt oneindig te zijn.
Die nacht is erger, bedrukkender en dreigender, dan voorheen. Niemand doet een oog dicht, overal gesis, blauwe "vlammen", stank en een soort "wind" vanaf de muren. Dan loopt Rumer naar beneden, gaat de deur uit, stapt in de auto en rijdt weg.
In de slaapkamer, waar ook de uitgeschakelde zender is, is het het ergst, grote blauwe "vlammen" in zijn kamer. Hij zit nu op zijn bed durft nauwelijk een vin te veroeren .
Na een klein uurtje komen twee auto's en een busje aan. Naast Rumer zelf, stappen nog 4 mensen uit, twee uit het busje en twee uit de andere auto. Ze halen veel spullen uit de bus en Rumer deed de deur open. Ze leggen alle spullen op de tafel in de woonkamer.Veel apparatuur met beeldschermpjes en veel knopjes. Ook veel haspels met diverse kabels, pennen electroden, akku's en klein gereedschap. Ze gaan om de tafel zitten. "Gezien wat Rumer heeft verteld, is er sprake van niet alleen een hoge spanning maar ook een zeer hoge frequentie, zoals we weten kruipt dit soort electriciteit door alles heen via magnetische inductie." Ze loopt naar de lichtschakelaar en nu is het donker. Op talloze plaatsen blauw-violette "vlammen", overal gesis. Aan de bovenkant van de muur is een helder lichtblauwe "vlam", daar komt een krakerig gesis vandaan. Deze muur grenst aan de onderkant van de slaapkamer van Signa. "Dat is typisch Sint-Elmusvuur. Inderdaad zoals we dachten." "Laten we naar de WC gaan." Ook daar precies hetzelfde, maar dan met wat minder intensiteit. "Dat is een aansluiting op de aarde! Dat moet helemaal niet kunnen. We gaan direct naar de meterkast!" Daar in de meterkast stinkt het, ozon, maar dan een beetje anders. Er is een vertikale kale randaardedraad, die in zijn hele lengte omhuld is in een violet-blauwe sisende waas. "Wat een nachtmerrie! Dit is bespottelijk! Datgene waar je het meest op zou moeten vertrouwen, is juist onbetrouwbaar!" "Zoiets heb ik al eerder gehoord." "Het hele huis staat in feite onder stroom, dit is heel gevaarlijk!" "Kom, laten we dit analyseren!" Alle spullen worden van tafel gehaald, electroden en pennen vastgesoldeerd aan diverse van de haspel geknipte draden. Apparaten gecontroleerd en ingesteld. Elke deskundige gebruikt een ander (meet)apparaat die een aspect meet waar hij/zij veel verstand van heeft. Er wordt veel gemeten en genoteerd, zo af en toe een piep of een tuut te horen van een apparaat. Na een tijdje stilte: "Vreemd" "Waar komt dit in hemelsnaam vandaan?" "Dit is dissonant". Als iedereen klaar is gaan ze aan tafel zitten voor een technisch overleg. "Wat zijn jullie bevindingen over de spanningen, fasedraaingen en het frequentiespectrum?" Al snel worden onderlinge verschillen geconstateerd. "Hier klopt toch niks van? Zijn de apparaten wel goed gecalibreerd?" "Jazeker, want toen...(een heel uitleg)" "Nou, laten we het grote apparaat maar uit de bus halen, dan gaat het signaal met de billen bloot!". Het voltallige team loopt naar de bus en gaan er van achteren in. Ze dragen het grote en zware apparaat de bus uit. Het is een grote kast met meerdere beeldschermen (osciloscopen) erop, heel veel knopjes" Na veel gedoe, wordt er dan eindelijk gemeten aan de "aarde". Heel veel golven, en heel veel getallen. Na enkele seconden grote verbazing. "Ja, maar dat kan dus helemaal niet!" "Nee! Dit deugt niet!" "Wat niet kan, gebeurt nu toch!" De vierde zwijgt met uitpuilende ogen. "Dit is echt niet pluis! Kom laten we alsjeblieft gaan!" "Ja, inderdaad, weg van hier!" "Ja, hier kunnen we niet tegenop!"
De bus wordt in recordtempo weer gevuld en heigend zegt hoofddeskundige. "Zoals je begrijpt, kunnen we dit niet oplossen. Dit is een spookachtig verschijnsel, het is niet veilig. Ik adviseer je om zo snel mogelijk te verhuizen, of een hotel op te zoeken! Er kunnen elk moment hele rare dingen gebeuren in dit huis!" Alle gezinsleden staan verstijfd en zwijgen. Dan neemt ook zij de benen. De auto en de bus rijden met enigzins gierende banden weg". Signa gaat met grote tegenzin en angst naar zijn kamer. Op de grond ligt een draad. Aan het uiteindelijk felblauw een hard sissende geluid. De draad komt in beweging, het lijkt wel of het door een kracht naar achter wordt gestuwd. Het slingert steeds meer heen en weer als een leeglopende ballon, een spuwende tuinslang, of een zenuwachtig rondslaan van een arm van een octopus. Het draad blijft steeds kleven tegen iets aan, maar schiet dan toch weer los. Signa wil graag wegrennen, maar kan zich niet bewegen. Dan schiet de draad om hem een en het uiteinde raakt zijn onderrug. Het is alsof zijn rug helemaal tot in een oneindige wordt uitgerekt, het is een ondragelijk gevoel. Tegelijkertijd voelt hij de aanwezigheid van de overleden verre familieleden in zijn binnenste, en tevens hun toorn en verdriet. Het gevoel zegt oneindig veel meer dan woorden. Meteen "snapt" hij hen, en hun daden met betrekking tot het conflict ook meteen. Het is eigenlijk heel begrijpelijk en menselijk. Met zijn binnenste bedankt hij hen en wil het hen verzoenen, een groot warm gevoel volgt. Dan is alles stil en donker, de "electriciteit" is helemaal weg. Dit is sterkste verbinding die hij ooit heeft gekend.
Sindsdien is alles rustig in huis, de anderen zijn opgelucht. De komende dagen had Rumer nog woedeaanvallen m.b.t. vroeger, maar Signa kon alles heel goed uitleggen, en dan knikt Rumer altijd begripvol. Uiteindelijk kon iedereen zich neerleggen bij de situatie, dat was vroeger, en is nu over.
De pad blijft op zijn nieuwe plek, niet wetende dat het op de oude plek alles weer helemaal in orde is. De regenworm is weer helemaal de oude, en graaft er weer lustig op los. Naast en over de grote steen lopen overal weer mieren rond.
Op een morgen wordt er aangebeld. Diezelfde electricien met de stoppelbaard. "Het is verklaard!" In de oude archieven en schema's over dit huis blijkt dat de randaardeleiding van dit huis, niet is aangesloten op een eigen aardpin, maar is aangesloten op de aardpin van het kerkje midden op de begraafplaats, deze aardpin is oorspronkelijk bedoeld voor de bliksemafleiders van het kerkje. De afstand naar de aardpin is te groot, Dat mag tegenwoordig niet meer. Jullie moeten een eigen aardpin in laten slaan en gebruiken, anders komen er maar ongelukken van!" En hij geeft het formulier.
Aan de andere kant van de begraafplaats staat ook zo'n huis, niemand weet hoe zij geaard zijn....
* Deze vreemde vorm van electriciteit beweegt zich niet binnen 1 dimensie (tussen de plus- en de min-pool), maar het beweegt binnen meerdere dimensies tegelijk. Net zoals supersnaren trillen eigenlijk. Electrische componenten, en vooral de condensatoren (die in grote aantallen voorkomen in de meetapparatuur), kunnen verschillend reageren, ook als ze eigenlijk hetzelfde moeten reageren bij gewone electriciteit. Deze vorm van electriciteit is tot dusver nog nooit ontdekt, en zou een heel interessante tak van wetenschap, de cryptronica, kunnen opstarten. Tot zover levert het fenomeen juist angst op, juist bij de meest deskundigen. Hierdoor zal cryptronica nooit het volle licht kunnen zien.